Djinn – teaser

Wees voorzichtig met het uitspreken van je wensen. Ze zouden zomaar eens kunnen uitkomen….
Doelbewust loop ik met grote passen richting het enige niet gesubsidieerde underground Podium dat de grootste havenstad van Europa nog rijk is. Zonder aarzelen duw ik de stalen deur open, de rode wijn lonkt. Ik loop naar binnen, langs de garderobe waar een jong grietje verveeld op haar kauwgom zit te kauwen en knoop mijn jas los.
Ik kijk nieuwsgierig om me heen. Niet te opvallend natuurlijk. Ik wil niet als een klein kind in een snoepwinkel overkomen. Uit het aantal aanwezigen kan ik afleiden dat ik wel erg vroeg ben. Ik heb me dan ook overhaast de deur uit laten jagen door mijn oorlogvoerende buren. Ik trek een gezicht. Ik snap echt niet dat die twee nog bij elkaar blijven. Hierbij vergeet ik gemakshalve de destructieve relaties die ik zelf heb gehad. Het is dat Leo zelf naar zijn andere vriendin vertrok, anders had ik me nog steeds door hem laten vernederen.
Ik recht mijn schouders en richt me op de bar. Aan het uiteinde zit een groezelig uitziende man een blow te draaien. Zijn haar is vettig, zijn gezicht pokdalig en zijn ogen liggen diep in hun kassen. Ik weet het direct: dit is een verloren ziel. Ik kan mijn ogen niet van hem afhouden. Waarschijnlijk omdat hij me aan mezelf doet denken. Ik schud een onbehaaglijk gevoel van me af en klim op de dichtstbijzijnde barkruk. Mijn tas zet ik op de kruk naast me. Voordat ik de man achter de bar kan wenken, staat hij al voor me.
“Wat mag ik voor je inschenken? De eerste is van het huis.”
Ik kijk in een paar opvallend blauwe ogen. Koud als ijs, schiet het door mijn hoofd. Ik glimlach vaag. Die kleur blauw kan nooit echt zijn. Door zijn gebleekte haren lijkt zijn gezicht hard. Maar zodra hij lacht, verdwijnt die hardheid als sneeuw voor de zon. Hij houdt zijn hoofd schuin en trekt zijn wenkbrauwen op. Het ziet er komisch uit. “Geen dorst?” vraagt hij plagend. Ik schud nee. “Ja, bedoel ik. Sorry. Ik was afgeleid door de kleur van je ogen.” Gelukkig neem ik nooit een blad voor mijn mond. Zijn lach geeft aan dat hij dondersgoed weet dat zijn ogen bijzondere blikvangers zijn. Ik krijg het warm en kijk naar het punt tussen zijn ogen. “Een ehhh… witte wijn graag. Zoet.”
“Een zoete witte wijn, coming up.” Met een gevoel voor theater schenkt hij het glas vol. Hij zet het voor me neer, knikt even en loopt naar de volgende klant. Ik kijk hem na. Er klopt iets niet. Hij heeft iets sinisters over zich. Ik kan het niet verklaren. Het is meer een gevoel. Ik neem hem nog eens op. Hij is blond, ja. Maar dat is niet echt. Hij heeft niet een echt uitgesproken Nederlands uiterlijk. Ik kan het niet thuisbrengen, misschien Arabisch. Maar zijn haar krult niet. Het is sluik. Hij is lang, gespierd. Zeker niet mager. Eigenlijk heeft hij best wel een stevig postuur en toch slank. Ik vermoed dat er onder dat zwarte overhemd van hem geen grammetje vet te vinden is. Waarschijnlijk is het één bonk spieren. Hij loopt als een roofdier. Een grote kat. Maar dan wel eentje met lichtblauwe ogen en punkerig geblondeerd haar. Mijn gedachten dwalen af. Hij zou best lekker kunnen zijn voor één nachtje.
Het E-book Djinn is gratis te downloaden in de webshop!
